Houd onze website in de gaten voor een update over Thuli.Tijdens de laatste dagen moest het Orange Babies team in Limpopo hard vechten om Thuli, een meisje van 13 jaar, redden. Het komt hier, in Limpopo, helaas nog vaak voor dat we onnodig mensen aan aids verliezen. Dit is vreselijk en als het om kinderen gaat is het nog moeilijker… Ik hoop dat we op tijd bij Thuli aankomen. Thuli is zelf haar moeder kwijtgeraakt aan aids toen ze nog maar 2 jaar was. Als hiv-positieve baby was Thuli zelf vaak ziek. Haar oma moest voor haar eigen zieke dochter zorgen. Dit was intensief, moeilijk en emotioneel uitputtend. Ze wil dit niet opnieuw meemaken. Dit kan een reden zijn dat Thuli haar medicijnen niet goed kreeg. Ze bidt dat haar kleindochter snel overlijdt. Ze is uitgeput door het zorgen voor haar eigen dochter, er is geen kracht meer voor de kleindochter.
Dit kleine meisje wordt vaak ziek, maar ze is een vechter en blijft leven. Haar oma is nu gestorven en heeft een ziek meisje achtergelaten. Thuli moest daarom bij haar tante wonen, die niet voor haar wilde zorgen. Het waren de buren die haar vaak naar het ziekenhuis brachten. Orange Babies werd op dat moment ook verwacht in het ziekenhuis. Thuli was in het ziekenhuis, maar ze kon niet wachten. Ze was te moe en had te veel pijn. Volgens de verpleegster in het ziekenhuis moet Thuli nu intensieve zorg krijgen, anders haalt ze het niet.
Eenmaal bij de tante van Thuli nam onze counselor, Thembisa ook ooit gered van aids, direct de regie. We troffen een meisje aan. Als ze hoest, voel je de pijn door je heen gaan. Ze wilde liggen. Je kijkt naar haar, ze huilde niet. Zelf durf je daarom ook niet te huilen. Je gaat eventjes weg van haar om, uit haar zicht, zelf te huilen. Daarna ga je weer snel naast haar zitten om haar te steunen.
Onze counselor Thembisa was gefocust. Thembisa praat zacht met Thuli, ze moedigt haar aan om te eten. Dat was moeilijk, dat deed pijn omdat haar mond vol met fungus is. Mokagadi tilt haar tegen haar eigen lichaam, ze drinkt water en neemt de tijd om een beetje porridge te eten. Ze kotst alles uit; ze had diarree. Ze was uitgeput. Thembisa maakt haar schoon, terwijl ze zacht tegen haar blijft praten tot ze weer rustig wordt.
Wat kunnen we doen? Haar tante is afwezig. We hebben een goed gesprek met de man van haar tante die zich eigenlijk nooit heeft afgevraagd wat er aan de hand is met Thuli. We praten met de buren en met de verpleegster in het ziekenhuis. We gaan weer terug naar Thuli en keken naar de medicijnen die zij 2 keer per dag moet slikken. Ik zie 3 gigantische tabletten die door haar keel moeten gaan… Onmogelijk, dacht ik. Op dit punt voel ik me machteloos.
Thembisa belooft mij dagelijks een bezoek aan Thuli te brengen en haar te helpen met het toedienen van haar medicijnen: ‘’Baba, I swear. I wil do anything in my power to take care for her. I know what to do because I have been there. Trust me". Dit waren de woorden die ik nodig had om de moed te krijgen om te vertrekken.
Ik heb mijn eigen verhaal aan Thuli verteld. Toen ik 12 was wilde ik liever dood dan leven. Ik zei tegen haar: ‘’I am right here. I made it thanks to the help of many people. You will make it too. From now on, we will stay together, with many other friends. I am certain all my friends from Orange Babies will become your new friends". Het is zo, veel mensen hebben mij geholpen om weer zin in het leven te krijgen. Ik, met veel anderen, zijn nu klaar om haar te helpen. Dit kan alleen als ze samen met ons blijft vechten. Dit heeft ze beloofd.
Ik liep naar de auto, ging voorin zitten en dronk mijn water. Niemand zei iets tot we bij het volgende bezoek aankwamen.
Het tweede bezoek is bij Funeka, die ik 5 jaar geleden heb ontmoet. Funeka is ook als weeskind opgegroeid. Ik kijk blij naar haar. Er is veel veranderd sinds 5 jaar geleden. Ze is vaker seksueel misbruikt en kon bijna niet meer lopen. Ze is fysiek en mentaal zo kapot gemaakt dat een vaginale reconstructie noodzakelijk was. Wie doet zoiets? Het is ondenkbaar…
Nu is Funeka onderdeel van een liefdevolle familie met haar oma, haar tante en andere kinderen. Ze is blij. Een normaal meisje, zou je denken, maar nog steeds klein voor haar leeftijd. Ze lacht veel, ze is niet somber. Laten we hopen dat ze een gelukkig mens wordt. Iete Hartman, een vriendin van mij, heeft veel voor haar gezorgd om zover te komen. Ik ben haar zeer dankbaar en de oma van Funeka ook.
Today is a happy day. Funeka werd nog blijer toen ze de kleding zag die wij voor haar gekocht hadden! ''